‘Het begon als een gewone zomerzondag’ wilde ik schrijven.
Maar een ‘gewone’ zondag, dat was de 17e juli 1932 eigenlijk sowieso al niet.
Een provocatie
De sfeer in Altona was al maandenlang gespannen. Bijna niemand had nog een baan. Steeds meer mensen voelden zich aangetrokken tot de NSDAP, die redding en werkgelegenheid beloofde.
In juni werd het verbod op de SA opgeheven. De SS en SA reageerden hierop prompt met de voorbereidingen van een provocatiemars, dwars door het overwegend communistische Altona. Ze noemden hun mars ‘vreedzame wervingsmars’ voor de verkiezingen van eind juli en planden hem voor 17 juli.
De mars begint
Het is warm die dag, maar niemand wil echt buiten zijn. 7000 deels gewapende SS’ers en SA’ers marcheren vanuit Bahrenfeld en Ottensen in de richting van ‘Klein Moskou’, zoals Altona-Altstadt ook genoemd wordt. Ook toen bestond Altona niet uit enkel brede lanen. In tegendeel. De straat waar het straks allemaal fout loopt is niet breder dan de Kalverstraat.
Het begint echter allemaal relatief rustig. Hier en daar krijgt een omstander een mep, er wordt geschreeuwd en gezongen. Er zijn wat communistische tegendemonstranten op de been, maar van echte ongeregeldheden is nog geen sprake.
Dan wordt een synagoge bestormd. Niet veel later klinken schoten. Het is ongeveer 17 u in de middag.
Hier vind je een kort filmpje over de Altonaer Blutsonntag. Veel is er niet te zien, maar je krijgt een idee. [2023: Video helaas niet meer online.]
De mars loopt uit de hand
Op de hoek van de Große Johannis Straße en de Schauenburgerstraße (het huidige Walter-Möller-Park en de Schomburgstraße) worden schoten gelost, waarbij twee SA’ers dodelijk gewond raken.
Dit is waar het misgaat.
Er ontstaat een handgemeen, de SS’ers en SA’ers zijn woedend. De Polizei, met 200 man ernstig in de minderheid, begint ook te schieten. Er vallen 18 doden, voornamelijk omstanders en mensen die vanuit hun huiskamerraam de mars gadesloegen. Er zijn 13 doden die niets met de hele demonstratie te maken hadden, en meer dan 80 gewonden.
Dit valt niet zo lekker in Altona.
Ook de SS en SA zijn not amused.
De NSDAP eist vergelding
De NSDAP, vers aan de macht, probeert in februari 1933 15 ‘tegendemonstranten’ uit de Altonaer Blutsonntag aan te klagen voor de moord op de twee SA’ers. Dit gebeurt tijdens de zogenoemde ‘Blutsonntagprozesse’. Omdat er geen enkel bewijs tegen de mannen is, worden ze niet veroordeeld. Ze worden echter ook niet vrijgelaten.
In heel Duitsland worden processen tegen antifascisten voorbereid en worden Sondergerichte ingericht die het eenvoudiger maken snel tot een veroordeling te komen. Ook in Altona is zo’n Sondergericht (tegenwoordig het Amtsgericht Altona aan de Max-Brauer-Allee).
Blutsonntagprozesse
Hier worden de vermeende communisten August Lütgens, Karl Wolff, Walter Möller en Bruno Tesch in juni 1933 ter dood veroordeeld.
Andere mannen krijgen lange gevangenisstraffen opgelegd.
Bij geen van hen kon betrokkenheid bij de Blutsonntag bewezen worden.
Qua tijd en plaats kunnen de vier ter dood veroordeelden onmogelijk betrokken geweest zijn bij de schermutselingen. In het vonnis van hoofdverdachte August Lütgens staat zelfs:
„Es ist nicht erwiesen, dass der Angeklagte Lütgens sich selbst am Nachmittag des 17. Juli 1932 an Gewalttätigkeiten gegen den SA-Umzug beteiligt hat.“
Vervalste bewijsstukken en dito getuigenverklaringen zijn echter voldoende voor het Sondergericht. De mannen worden op 1 augustus op de binnenplaats van de gevangenis achter de rechtbank met een handbijl om het leven gebracht. (De Middeleeuwen waren in 1933 duidelijk nog niet helemaal voorbij in Duitsland…)
Whodunnit?
De politie sprak in haar persconferentie op de Blutsonntagabend van schoten die ‘vanaf de daken gelost waren’ en rechtvaardigde zo haar eigen harde optreden (lees: in paniek in het wilde weg schieten).
Bovendien werden later nog bestormingen van huizen die ook toen al niet bestonden en het omverwerpen van voertuigen door communisten aan de getuigenissen toegevoegd.
Reden hiervoor was dat de twee SA’ers mogelijk door communistische tegendemonstranten gedood werden, maar dat alle overige slachtoffers vielen door politiekogels, wat natuurlijk zo goed mogelijk verdoezeld moest worden. De SS en SA kwam dit bijzonder goed uit.
Vanaf hier wordt het verhaal een whodunnit die doet denken aan JFK, Lee Harvey Oswald en de CIA-complottheorie. De politiechef was op verkiezingstournee en had zijn corps niet in goede handen achtergelaten.
Was het een vooropzet plan van de politie? Een complot om Altona te ‘zuiveren’ van communisten?
Rehabilitatie
Al deze theorieën zijn modern. Meer dan 50 jaar lang werd geloofd in de schuld van Lütgens, Möller, Wolff en Tesch. Pas begin jaren ’90 begonnen historici te twijfelen aan hun schuld.
Verzetsstrijder Léon Schirmann bestudeerde alle stukken opnieuw en kwam tot de volgende conclusie: wie die twee SA-types neergeschoten heeft, geen idee, maar deze mannen kunnen het onmogelijk geweest zijn.
Er is niet vanaf daken geschoten, er zijn nooit communistische schutters gearresteerd en bij huiszoekingen zijn geen wapens gevonden.
Er is geen enkel bewijs dat demonstranten geschoten hebben en in elk geval de andere 16 doden zijn omgekomen door politiekogels.
Het Landgericht Hamburg erkende vervolgens in 1992 (!) dat bewijsmateriaal vervalst was, en verklaarde tussen 1992 en 1996 de vonnissen tegen Bruno Tesch, Karl Wollf, August Lütgens en Walter Möller onwettig.
Herinnering
Sindsdien heeft Altona-Altstadt het August-Lütgens-Park, de Karl-Wolf-Straße, het Walter-Möller-Park en de Bruno-Tesch-Platz en de Bruno-Tesch-Schule. Het Walter-Möller-Park ligt op de plek waar alle narigheid met schieten begon.
Voor de rechtbank aan de Max-Brauer-Allee herinneren vier kleine, gouden steentjes, Stolpersteine, aan de vier mannen.
Het Stolpersteine Projekt gedenkt slachtoffers van het Nazi-regime door heel Europa. In Hamburg liggen inmiddels meer dan 4000 Stolpersteine.
“Das Grauen begann nicht erst in Auschwitz,
Treblinka oder in anderen Lagern …
… es begann in unseren Nachbarschaften,
in unserem Haus, vor unserer Tür!”
Achter de rechtbank, op de voormalige binnenplaats, is tegenwoordig een speelplaats en een klein, rustig park. Achter de wipwap is een Gedenktafel.
Meer lezen over Hamburg en de Tweede Wereldoorlog
- De kinderen van de Bullenhuser Damm
- Stolpersteine in Hamburg
- Een stolpertonstein voor Liddy Bacroff
- De Joodse begraafplaats van Altona
- De energiebunker van Wilhelmsburg
De roman Trümmerkind, van Mechtild Borrmann vertelt het aangrijpende en spannende verhaal achter de waargebeurde maar nooit opgeloste Trümmermorde, die kort na de oorlog in het puin van Hamburg werden gepleegd. In de categorie non-fictie raad ik je Inferno, over de bombardementen op Hamburg in 1943, aan.
Bekijk ook:
- Wer war schuld am Altonaer Blutsonntag bij de NDR.
- Weet je wat, bekijk voor de zekerheid al mijn artikelen over de geschiedenis van Hamburg.
6 reacties
Ik kende het verhaal niet. Tegelijkertijd is het een vreselijk verhaal van alle tijden. En een handbijl. MY god, Ik heb daar bizarre associaties bij. Goed dat je deze geschiedenis onder de aandacht brengt.
Ook de meeste mensen hier in de buurt kennen het verhaal niet, terwijl ik juist door de buurt loop en denk “waarom heet dit park eigenlijk zo?” Het zijn de kleinere (nuja, klein, eerder lokaal, uit eigen omgeving) verhalen die me het meest raken en het nieuwsgierigst maken…
Mooi, secuur verslag. Ik ben zo vrij geweest het te vergelijken met dit lemma op de Duitse Wikipedia, en kan daar alleen nog als beetje “extra” vinden:
– Dies waren die ersten „politisch gewollten“ Hinrichtungen im Dritten Reich.
– en dat Altona toen nog een stad in Sleeswijk-Holstein was, en niet bij Hamburg hoorde.
Dank En, inderdaad, Altona hoort pas vanaf 1938 bij Hamburg. Dat werd ook aangevoerd door de politie als reden dat er onderbemand en inadequaat werd ingegrepen; dat o.a. de Hamburgse politie niet kon helpen, want niet in haar district. De levensverhalen van die vier jongens zijn ook heel interessant, ik kan daar uren over lezen…
Mooi, die interesse in je eigen buurt, en dan dit te delen.
Dank! Ik ben er dol op, lokale geschiedenis! 🙂