“Ach, dat taaltje van je is zo snoezig”, hoor ik Duitsers vaak over het Nederlands zeggen – als ze niet denken dat ik uit Denemarken kom… Ik vind het maar een dubieus compliment, al moet ik zeggen dat ik hier ook een taal ken die ik misschien niet snoezig, maar toch zeker koddig vind: het Hamburgs.
Daarom leer ik je vandaag ter voorbereiding op je aanstaande stedentrip naar Hamburg (hoezo heb je nog niet geboekt??) een paar woorden Hamburgs. Je weet maar nooit waar en wanneer het van pas komt…
Twee soorten Hamburgs
Het Hamburgs kent twee stromingen (Geest en Marsch) en daarbinnen ook weer allerlei varianten (o.a. Hafenplatt, dat in de haven en St. Pauli gesproken werd), maar dat is voor nu niet zo van belang. Interessant is dat het Hamburgs in alle Hanzesteden gesproken werd als lingua franca en tot in de 16e eeuw in Hamburg de ambtstaal was, voor het steeds meer verdrongen werd door het Hochdeutsch.
We gaan straks zien dat een aantal woorden ook vandaag nog goed gebruikt wordt. Het meeste Hamburgs is echter ernstig in onbruik geraakt en wordt alleen nog door enkele bejaarden gesproken.
Wat het Hamburgs zo koddig maakt, in mijn ogen, is dat het deels erg op het Nederlands lijkt (ankieken, bang, Bönhase, Dör, Dieck, Katt, Kark,Klock) en tegelijkertijd voor een belangrijk deel ook geheel onverstaanbaar is. Dat laatste heeft mogelijk ook te maken met de staat van het gebit van de overgebleven sprekers van het Hamburgs, maar toch: er zitten juweeltjes bij. Hier zijn er een paar:
Moin
Het allerbelangrijkste als je in Hamburch aankomt is natuurlijk dat je de Hamburgers kunt begroeten. Dat doe je met ‘moin moin’, of gewoon ‘moin’. Het betekent véél meer dan ‘mogguh’ en kan de hele dag door gebruikt worden. Oh ja, over ‘Hamburch’, of ‘Hamborch’, dat is ook ons eigen taaltje. Hier zeg je niet ‘Hamboerk’, maar ‘Hamboerch’, met een zachte g. (Tot zover het nut van de uitspraaklessen Duits op school…)
Quiddje
Dat ben ik, een ‘Möchtegernhamburgerin’, ofwel iemand die niet oorspronkelijk uit Hamburg komt. Ik geef zelf de voorkeur aan de term ‘Wahlhamburgerin’, maar dat terzijde. Quiddje klinkt niet zo aardig, en is meestal ook niet heel aardig bedoeld. Hamburgers zijn nogal terughoudend in het toekennen van een status als ‘echte Hamburger’. Als ik hier voor eeuwig blijf en met een Duitse partner kinderen op de wereld zet, die hier dan ook eeuwig moeten blijven, dan hebben mijn kleinkinderen de kans om ooit, eventueel, wie weet, als echte Hamburgers gezien te worden.
Hamburger Deern
En ook: söte Deern, een lief meiske. Eine Söte is een kus. Die mevrouw op de foto hierboven lijkt mij een atypische Hamburger Deern. Je vindt haar in de Kleine Bergstraße. Dat ik nog echte Hamburger Deern zal worden, dat…
… kommt nich in die Tüte
ofwel, dat gaat in geen geval gebeuren. Stiekem gebruik ik de term graag. Hoewel, stiekem, nee, vrij openlijk 😉
Dösbaddel
Het kan zijn dat de Urhamburger mij dan een Dösbaddel, ofwel een domkop vindt. Dat zij dan maar zo, over dat soort types heb ik ook wel een mening, zo iemand vind ik een:
Quarkbüdel
Ofwel een zeiksnor. Iemand die altijd iets te mekkeren heeft.
Ick komm in’ tüdel
Dat gebeurt me soms, bijvoorbeeld als iemand in een onverstaanbaar dialect te verstaan (haha) geeft dat ik ‘geen echte Hamburgerin’ zou zijn. Dan raak ik in de war. (En ik denk ook vaak, ik mag dan geen echte Hamburgerin zijn, maar ik doe wel mijn lippen van elkaar als ik praat, wat mijn verstaanbaarheid ten goede komt, kwast! Maar goed, dan ben ik wellicht zelf een beetje een Quarkbüdel.)
angetüttert/angetüdelt
De beste oplossing daarvoor is misschien gewoon te zorgen dat je een beetje angetüttert/angetüdelt raakt, ofwel aangeschoten. In die staat is het namelijk het allermakkelijkst om een taal vloeiend te (leren) spreken en vrienden te maken. 🙂 Het huis-tuin-en-keuken Duits voor dit woord is overigens ‘beschwipst‘, dat is toch ook wunderschön, oder? Het volgende stadium, besopen, kun je overigens beter vermijden, dat leidt dan vaak weer tot allerlei Ekligkeiten.
Als dat naar meer smaakte
Meer moois vind je bij Plattmaster. De website (met ernstige jaren ’90 look) doet helse pijn aan je ogen, maar als je daar even doorheen probeert te kijken, kun je er veel moois vinden.
Leer verder vast deze uitdrukkingen uit je hoofd voor op een feestje, of wat oefenen op deze mooie Duitse woorden.
En als je toch bezig bent, kan ik je ook zeker nog wat mooie Duitse luisterboeken aanraden, gewoon om in het algemeen meer Duits te horen. Dat kan namelijk helemaal geen kwaad. 😉
Op naar Hamburg!
De beste manier om het Hamburgs te ervaren is natuurlijk in Hamburg zelf. Deze pagina helpt je bestimmt je op weg je reis te organiseren.
Meer inspiratie nodig? Na, geht doch:
7 reacties
Tüdeln, kommt nicht in die Tüte en moin moin kennen we hier in Hannover ook.
Kommt nich in die Tüte vind ik echt prachtig 🙂 Aan Mahlzeit moest ik ook erg wennen hier!
moin is ook onvervalst winterswijks, vind ik dus leuk
Mooi he 🙂 Zeggen jullie ook moin moin, of alleen moin? (ik hoor hier allebei, ‘officieel’ hoor je 2x moin te zeggen)
nee, wij zeggen het maar één keertje, en als begroeting
Ik denk dat je je kansen iets overschat: je ´achter- achterkleinkinderen´ worden wellicht als Hamburgers anerkannt! 🙂 Leuk stukje!
Haha, ik probeerde optimistisch te blijven, maar je hebt waarschijnlijk gelijk 😉 Hoe zit dat eigenlijk in Berlijn?