“‘Zeg Fem, in welke taal denk jij eigenlijk, als vertaler Engels, met moedertaal Nederlands nu je al sinds begin 2013 in Duitsland woont?”
Goede vraag! Leuke vraag! Ik klodderde meteen wat notities voor een artikel en slingerde een tweet de wereld in. En vervolgens kwam corona, je weet zelf, en nuja.
Maar nu moet het er toch eens van komen, niet in de laatste plaats omdat de antwoorden die ik kreeg op mijn tweet te interessant zijn om niet te delen.
Also, in welke taal denken we als Nederlanders die in Duitsland wonen?
Nou ja, voor de Dutchies kan ik natuurlijk spreken. Maar laat ik zelf beginnen…
In den beginne (2013) ging het bij mij zo.
Begin 2013 pende ik neer:
Soms probeer ik na een gezellig gesprek met, zeg, een bouwmannetje [ik zat midden in een verhuizing], dit gesprek samen te vatten in gesprek in het Nederlands of Engels. Omdat ik het verhaal de eerste keer in het Duits moest doen, ontschieten de woorden me in het Nederlands of Engels dan wel eens, hetgeen weer leidt tot een interessante en voor de meeste mensen onbegrijpelijke koeterwaalse mix.
Alleen mijn buurmeisjes begrijpen me dan. Zij zijn 2 en 3,5 en hen maakt het geen fluit uit welke taal ik spreek. Ze kijken YouTube-filmpjes in Spaans of Russisch als de beelden ze aan staan, en reageren ook als ik Nederlands of Engels tegen ze spreek. Dat daargelaten leer ik natuurlijk ook veel Duits van hen (men moet niet kritisch zijn bij taalverwerving).
Wat me ook vaak gebeurt is dat me iets in het Duits verteld wordt, ik het begrijp, het in mijn hoofd vertaal naar Engels of Nederlands, en me vervolgens de Duitse woorden niet meer kan herinneren.
Nieuw van de laatste weken is dat ik ’s nachts, als ik ver in dromenland ben, tegenwoordig ook veel Duits spreek. En nog beter ook dan wanneer ik wakker ben…
En heute…
Nog steeds zijn er elke dag drie talen actief: Nederlands en Duits in het dagelijks leven, Engels in mijn werk.
Ik merk heel duidelijk dat elke taal wel met specifieke contexten verbonden is. Dat ik als ik moe ben vaak de verkeerde taal pak, en dat dat niet per se Nederlands is, maar de taal die ik de rest van de dag het meest gebruikt heb.
Net zoals de mevrouw van de kassa in de supermarkt in de supermarkt moet blijven en niet opeens bij de drogist moet rondlopen, moeten talen zich ook aan hun context houden, anders ontstaat verwarring. Soms heb ik met wie ik normaal gesproken Duits spreek in het Engels een Teams-overleg omdat er een Engelsman bij is. Of omgekeerd. Dan raak ik van de leg. Of als ik mijn Steuerberaterin moet uitleggen dat ik van het Finanzamt een bepaald formulier nodig heb voor een klant in Spanje.
Ik ben me er niet meer bewust van welke taal ik spreek, dus het kan soms duren voor ik door heb dat ik een woord in de verkeerde taal gebruikt heb. En als ik echt heel moe ben, heb ik het in het Nederlands ook wel over ‘weiniger’ en weet dan dat er iets mis is, maar kom er niet op wat.
En zo denken andere Dutchies in Duitsland (en elders)!
Dit was allemaal zo leuk om te lezen, en vaak ook heel herkenbaar!
Wat Tom zegt herken ik ook. Het hangt er ook van af in welke taal ik iets beleefd heb en aan wie ik daar vervolgens over vertel.
Dat laatste herken ik ook: mijn Duits gaat ook rap achteruit als ik in Nederland ben of bezoek uit Nederland heb…
O, ja, alcohol…
Ik kom dus zelf uit Alkmaar, heb gestudeerd in Leiden en in mijn ‘native accent’ hoor je van Rotterdam tot Schagen…
Dat ken ik ook. Ik had vroeger een Amerikaanse collega die als tweede taal Frans had. Haar Nederlands had een Frans accent, alsof haar brein automatisch was overgegaan op ‘buitenlandse taal’. Mijn pogingen Spaans of Italiaans te leren suggereren ook een Duitsig accentje…
“Jo” ist übrigens ein vollständiger Satz mit Subjekt, Prädikat und Objekt.
In Hamburg is het gelukkig allemaal niet zo moeilijk, die communicatie.
En na ruim negen jaar Hamburg, waar ik aankwam toen ik over de 30 was, kan ik gelukkig ook zeggen: het kan nog steeds, een nieuwe taal leren als je niet meer piep bent. Pfiew!
Maar goed, Jo, dus, een complete zin. In dat kader geldt ook: “Es heißt moin –  moin moin ist schon Gesabbel.” Maar ik ben import, ofwel Möchtegernhamburgerin, dus ik klets graag nog wat door over de wonderen van de Duitse taal, bijvoorbeeld hier:
- 11 wunderbare Duitse uitdrukkingen om indruk mee te maken op een feestje – want na al die lockdowns is het allemaal weer wennen (als/zodra/zolang het kan), dus dan kom je maar beter goed voorbereid naar de party.
- Is het feestje niet zo leuk? Geen zorgen, zo ontvlucht je een gesprek met een Quarkbüddel.
- Check ook: 12 aanwijzingen dat je het Duits onder de knie hebt.
- Wil het niet zo lukken, of komt er weer een lockdown aan, of word je geconfronteerd met wappies, dan mag je best even schelden met deze creatieve Duitse scheldwoorden.
- En sla ook Mark Twain en The Awful German Language niet over.
- En verder hebben we luisterboeken, series die je moet kijken, podcasts die op je playlist horen te staan, bijzondere straatnamen en nog veel meer. Je vindt ze hier allemaal bij elkaar. Viel Spaß!
1 reactie
Als ik wat langer in Duitsland ben dan probeer ik ook in het Duits te denken, vooral tijdens een gesprek. Heb dat ooit bedacht begin jaren-80. Zat toen in een trein van Graz naar Alkmaar met een leuk stel mensen, wat
Duitsers een Luxemburger en nog een Nederlander. Die laatste had erg veel moeite om in het gesprek mee te komen. Mijn indruk was dat ie alles heen en terug vertaalde en ook nog eens naging of alle naamvallen correct waren. Door dat alles lag ie een kwartier achter en zei ie dingen die al gezegd waren of hier ie maar z’n mond. Zelf kon ik beter in het gesprek meekomen en stoorde me niet aan de fouten die ik maakte. Geeft vaak wat hilariteit en fouten zijn er om van te leren. Daarna ben ik vaak alleen kriskras door Duitsland gefietst en dan gaat het Duits me goed af. Knoop ook moeiteloos een gesprek aan en de ander kan slecht bepalen waar ik vandaan kom. Vaak gokken ze op een ander deel van Duitsland of Zwisterland. Beg gewoon goed in immiteren. 😉
Mijn indruk is dat ie vooral in beelden denk en daar af en toe een taal aan vastknoop. Dat lukt me met het Duits, maar nog beter met Engels. Probeer het ook met Frans, maar dat is een stuk lastiger. Probleem is als een Duitser me hier in Alkmaar aanspreekt. Dan is het zoeken naar woorden.