Opeens heb je het, je wordt conducteur!” Herinner je die reclame uit de jaren ’90 nog?
Nu heb ik dat persoonlijk nooit gedacht, maar de conducteur die op 10 november 1906 een man met verbrijzelde schedel in zijn coupé aantrof zou vast ook wat kanttekeningen bij deze slogan hebben…
Dat zat zo….
Een gewone novembermiddag… en dan vind je een man met een stuk geslagen schedel in je coupé
Toen trein 1360 Hamburg-Altona-Blankenese op de bewuste novemberdag rond 16 u het station van Blankenese binnen kachelde, vond de bewuste conducteur namelijk in de tweede klas coupé een bewusteloze man met ernstige verwondingen aan zijn hoofd. Van de portefeuille, sleutels en horloge van het slachtoffer ontbrak elk spoor.
En dan gaat die man dus ook nog dood
Er werd een arts bij geroepen, maar het was al te laat. De man-met-de schedel-in-stukjes was natuurlijk al vrij snel kassiewijle, veel meer kan je daar niet van maken.
Het bleek te gaan om de tandarts dr. Claußen uit Altona. De moord moest dus gepleegd zijn tussen Altona en Blankenese, in een tijdvenster van een luttele 20 minuten.
Maar er is al snel een verdachte…
De verdenking viel al snel op een goed geklede en vooral ook bijzonder jeugdige heer die in Klein Flottbek een vraag stelde aan een stationassistent. Met bebloede handen. 🤨 Toen de stationsassistent vroeg waar dat bloed vandaan kwam, antwoordde de man dat hij een bloedneus had gehad. Suspish…
Het duurt niet lang voor Thomas Rücker aangehouden wordt
De spoorwegbeambte had echter een messcherp geheugen en kon naderhand een duidelijk signalement geven. De Kommissar van dienst kwam daarmee al snel op het spoor van Thomas Rücker.
Thomas Rücker, geboren op 28 december 1888, en thans werkloos, ontkende aanvankelijk dat hij iets met dr. Claußen en zijn kopotte schedel te maken had. Bloedneus, hè, je weet hoe dat gaat.
Maar ja, die bloedvlekken op zijn handen en kleren, zoals beschreven in het signalement van de verdachte, waren toch erg verdacht. Bovendien bevond het vermiste horloge van het slachtoffer zich tussen de kussens van het bankstel in Rückers kamer. Om nog te zwijgen van een herenpak vol bloedvlekken in zijn was. Het onderzoeksteam vond het genoeg: meekomen, vriend.
Thomas R. bekent toch maar
Uiteindelijk bekende Rücker: “Oké, ik zal nu de waarheid vertellen. Ik heb de moord gepleegd. Ik had geen geld meer. Ik was altijd van plan iemand in de trein te beroven om aan geld te komen.”
De definitieve verklaring waar Thomas Rücker mee kwam luidde: ‘roofmoord uit noodzaak’, omdat hij geen baan kon vinden en zijn geld op was.
Over de overval vertelde hij dat hij besloot de overval uit te voeren op de route tussen Altona en Blankenese omdat hem dat handig leek. (Omdat hij zelf in Altona woonde? Omdat daar rijkere mensen reisden? Ik heb hier vragen over.)
Op station Altona kwam de trein van 15.33 uur hem het beste uit. De trein was betrekkelijk leeg, en Rücker gokte dat er vast een koopman of andere rijke stinkerd naar Blankenese zou willen rijden.
Thomas verklaart hoe de moord in z’n werk ging
Er was dus sprake van een motief (geldnood) en voorbedachte rade (een best gaar plan):
Moordwapen
Het moordwapen stal Rücker uit de keuken van zijn huisbaas, Herr Kossmann. Hij stak de bijl in zijn broeksriem. Zoals men dat doet als men zonder op te vallen met een bijl op pad wil, kennelijk…
Selectie van het slachtoffer + tip
Rücker zag zijn slachtoffer al in de wachtruimte op het station: een nette heer met leren tas (Tip voor vandaag: zorg dat ge niet fatsoenlijk oogt en neem ook geen leren tas mee. Zorgt alleen maar voor narigheid.)
Rücker kocht een kaartje en volgde zijn slachtoffer tot in de coupé, waar het inmiddels nietsvermoedend de krant zat te lezen.
Over tot actie
Ondanks de bijl in zijn broekzak was Rücker er tot vlak voor Klein-Flottbek niet in geslaagd tot actie over te gaan. Dit was problematisch, want Rückers tickets was tot Klein-Flottbek geldig. Het moest er dus toch van komen, dus stond hij op en haalde de bijl uit zijn broek, en wel zo dat Claußen zijn gezicht niet kon zien. Vervolgens draaide hij zich snel om, sprong op Claußen af en hakte blindelings op hem in, tot hij in elkaar zakte.
Wacht ff, wat?
Je denkt nu wellicht: dit klinkt vooralsnog niet naar een roof en ruikt héél erg naar ‘gewoon moord’. Ja, vind ik ook. Kennelijk vond Thomas Rücker het logischer om op klaarlichte dag iemand met een bijl te vermoorden in een trein en hem pas daarná te beroven, dan om iemand in een drukke trein vlak voor een halte te rollen en dan fluks uit te stappen.
(Terzijde, dit typende wil ik dus steeds ‘Rückert’ schrijven, want de Leienaerw in mij krijg je er met geen stokslagen uit. Afijn.)
O ja, er was ook nog beroving
Maar goed, toen de trein in Groß Flottbek stopte, was Claußen bijna dood, maar nog niet beroofd. Om te voorkomen dat er iemand instapte (elke coupé had zijn eigen deur), ging hij bij het raam aan de perronkant staan. Later bleek dat een vrouw wel had gezien dat er een jongeman met bloedspatten op zijn voorhoofd bij het raam stond. (Ook dit lijkt mij een onaf verhaal, eerlijk gezegd – in welk scenario is dát normaal?)
De trein vertrok weer en Rücker greep de gelegenheid om dr. Claußen van zijn valuables te ontdoen. Wat heb je aan een horloge en een portemonnee als je dood bent, tenslotte. En er bleek 160 mark in die beurs te zitten, hallo. De bijl was inmiddels tamelijk vies, maar werd door Thomas R. zorgvuldig weer in zijn broek verpakt (Als iemand die al honderd jaar elke maand bloedt heb ik hier vragen over. Dat bloed trekt toch in de stof van je broek?)
Wilde Rücker gepakt worden?
Na de moord schreef Rücker naar verluid een briefje aan de politie. In opzettelijk ruk (haha, pun intended, ik ben zo’n grapjas) Duits. Onduidelijk waarom, ik bedoel, als je al met bloed op je kleren door het station loopt, val je toch op, maar hoe het ook zij, hij schreef: „Ich haben heut eine Mann auf Bahn tot gemacht. Warum? Weil sein auswiesen worden. Hab nix Geld. Ich waren gut verkleidet. Der Mörder.“ Wat jij wil, maat.
De volgende dag wilde dhr. Kossmann, u herinnert zich, de huisbaas, hout hakken, maar zijn bijl was nergens te vinden. Hij vroeg huurder Rücker of hij ‘m misschien gezien had. Deze gaf het gereedschap terug en zei dat hij hem nodig had gehad om een la in zijn kast te openen. Die had namelijk geklemd. Opnieuw: je weet hoe dat gaat…
Het was hoe dan ook einde oefening voor Thomas Rücker
Diezelfde zondag 11 november zag Rücker posters in de stad, waarop een beloning van 2.000 mark werd uitgeloofd voor de gouden tip in de zaak Claußen. Toen Rücker de beschrijving van de bebloede verdachte las, wist hij dat er stront aan de knikker was.
Dikke stress dus, en wat doe je dan?
Dat weet ik niet, maar Rücker ging naar een bordeel, en nee, mijn eerste keus zou het ook niet zijn. Maar R. kon voor 4 mark met een dame mee. Van pure stress kreeg hij hem echter niet omhoog. Hij smeet er nog eens 20 mark tegenaan, maar de jongeheer van de jongeheer weigerde dienst. Echt heel spijtig.
Het gerechtshof ging het makkelijker af, maar dat zien we straks. Nu eerst:
Maar wie was Thomas Rücker nu eigenlijk?
Welnu, Thomas de Rukker Rücker (ja, gut, ik vind er wat van, laat me) was vooral heel erg jong: 17 jaar. Hij was ook een filosofisch ingestelde loner. Hij wauwelde dingen als ‘de mens is als een opwindhorloge – ik ben ook alleen maar in beweging omdat ik opgedraaid ben’. (Opnieuw, ik vind hier wat van, ik haat filosofie. Flikker op met je gezever, je bent fokking zeventien en hebt iemand omgelegd.)
Maar goed, omdat hij zichzelf zag als een opwindhorloge, was hij ook nergens echt gemotiveerd voor, en je begint te zien waarom hij geen baan kon vinden. Men zag hem als een nutteloze eikel. De politie vond in zijn boekenkast een detective over een roofoverval in een trein en verbond daar allerhande conclusies aan. Nu weet ik, het waren andere tijden, maar toch vind ik dit een nogal zwak argument. Als je mijn boekenkast, om te zwijgen van mijn podcast-feed, bekijkt, zou je toch ook concluderen dat ik een gevaarlijke gek ben, andere tijden of niet, en ik verzeker u, niets is minder waar.
Noot hierbij is wel dat er ook bronnen zijn die zeggen dat Rücker zélf de Krimi ter sprake bracht bij de politie en ernaar verwees als ‘inspirerende vakliteratuur’…
Case closed, goodbye, the end, om Alastar Moody te parafraseren
Alastar Moody kun je prima parafraseren, net als Sophia Petrillo en Dorothy Zbornak. Maar ik dwaal weer af.
De zaak was voor het rechercheteam in ieder geval vrij eenvoudig. De moord in de trein had bovendien voor opschudding gezorgd in Hamburg en omstreken. Op de lijn Hamburg-Altona-Blankenese reden zelfs langere tijd geen stoptreinen meer.
Twee maanden na de moord op dr. Claußen veroordeelde de rechter Thomas Rücker daarom tot 15 jaar gevangenisstraf ‘wegens moord in samenloop met roofmoord’.
De nabestaanden van dr. Claußen hadden in hun civiele proces tegen de Pruisische spoorwegen overigens minder succes: hun eis tot betaling van een aansprakelijkheidspensioen werd in oktober 1908 afgewezen door het Reichsgericht.
En hoe slecht Rücker het in de gevangenis had is ook nog maar de vraag… Hij werd psychiatrisch onderzocht, en de conslusie was: onfris figuur met enige problemen in het verleden, maar niet genoeg om hem ontoerekeningsvatbaar te verklaren. Hij had, volgens de artsen, de moord bij zijn volle verstand gepleegd. Je zou denken, ik loop even een blokje om, mij niet bellen.
Een niet onaanzienlijk deel van de vrouwelijke bevolking dacht daar heel anders over. In de gevangenis ontving hij hartstochtelijke brieven van vrouwen die als een blok voor hem vielen of die hem zagen als hun petekind. Mocht hij vrijkomen, dan kon hij op verschillende adressen terecht voor een nieuw leven…
Also… meer Hamburgse true crime? Heb ik:
- Lees hier over Elisabeth Wiese, seriemoordenares uit St. Pauli
- We hebben meer schurkeboeven, uiteraard. Je vindt ze hier: #truecrime
- Hoewel fictie ook altijd fijn blijft. Dit zijn mijn favoriete Duitse Krimi’s.
Toch liever Murder on the Orient Express? Ook goed. Als je het boek leest, of de film uit 1974 bekijkt, versteht sich. 😉 (Niks tegen de sterrencast uit 2017, maar green screens zagen er in 2001 al beter uit dan in deze film…)